donderdag 23 december 2010

Lezen op de trein


Het vouwen van een krant 
is geweldig interessant

Je kan z’een paar keer plooien,
in tweeën of in vier
Je kan ze open houden, 
niet erg praktisch maar wel fier

Je kan met één hand lezen, 
de ander’ heb je vrij
Dan kan je ook nog bellen, 
met de pers of je partij

Maar als je dat dan doet
met veel vuur en nog meer pit,
vergeet dan niet te kijken 
wie er zoal naast je zit

Het vouwen van een krant,
het zegt veel over jezelf
Ben jij een krantenvouwer 
of lees je liever off-the-shelf?

maandag 6 december 2010

Schrijf eens een haiku!

Ja hoor, die tijd van het jaar is weer daar. Die tijd dat zowat iedereen die zichzelf nog 'jongere' durft te noemen volop bezig is met dingen die hij/zij helemaal niet wil.

Omdat ik vind dat we van de ouderen kunnen leren ging ik te rade bij Herman Van Rompuy (toch wel een prachtvoorbeeld van 'de oudere'). Hij wou achtereenvolgens géén premier worden en géén president van Europa; de arme man werd het allebei. En niet voor die paar luttele weken die de blok duurt, nee, voor respectievelijk een jaar en (minstens) twee en een half jaar! Voorwaar een voorbeeld voor ons allen. Hoe houdt zo'n man dat vol? Waar haalt hij zijn kracht en inspiratie?

Inderdaad, bij een oude Japanse dichtvorm waarvan het resultaat tegenwoordig
‘haiku’ wordt genoemd. De lettergrepen volgen doorgaans het schema 5-7-5
en ze gaan bij voorkeur over de natuur (al heeft het postmodernisme ook hier hard toegeslagen).

Omdat ik ook wel wat kracht en inspiratie kon gebruiken en de natuur de laatste tijd weer alomtegenwoordig is, zette ik me aan het werk:

sneeuw valt uit de lucht
een stilte verdooft het land
de winter is daar

En nu terug naar mijn deadlines. Dat ze mogen smelten als sneeuw voor de zon...

maandag 8 november 2010

Star Wars...

Foto: NASA
Ik was vroeger een echte Star Wars-fan. Er zijn geen films die ik vaker heb gezien dan de originele trilogie. Pure magie, die me van bij de beroemde openingstitels twee uur lang aan het scherm gekluisterd hield. Een hele prestatie voor films die toen al 20 jaar oud waren. Maar je weet hoe dat gaat: je wordt wat ouder, houdt je met ‘volwassener’ dingen bezig en je vroegere interesses raken wat in de vergetelheid.

Tot enkele dagen geleden, toen de NASA bovenstaande foto rondtwitterde. Het is de Space Shuttle Discovery, één van de drie overgebleven Amerikaanse ruimteveren, die in de loop van deze maand zijn laatste vlucht maakt. De eerste Shuttle die uit bedrijf gehaald wordt luidt meteen het einde van het eerste echte ruimteschip in. Wat een goedkoper en veiliger alternatief voor de traditionele ‘wegwerpraketten’ moest worden is in de praktijk helaas anders uitgedraaid.

Net de ruimteschepen uit Star Wars spraken het meest tot mijn verbeelding. In tegenstelling tot de meeste andere uit het genre waren die niet gepolijst en gestroomlijnd maar juist vuil en verweerd. Ze werden gebruikt, er werd mee gevochten, het vele oplapwerk was duidelijk zichtbaar. 

Met de Discovery is het niet anders. Achtendertig ruimtevluchten hebben hun sporen nagelaten. Telkens weer door de dampkring en terug, daarbij temperaturen trotserend van meer dan 1500 graden. De sporen hiervan zijn duidelijk op de neuskegel te zien. In totaal was de Shuttle 352 dagen in de ruimte, blootgesteld aan alle mogelijke straling van de zon en het heelal. Als je goed naar de romp kijkt zie je het ‘oplapwerk’ aan de kleurverschillen in het witte gedeelte. De witte hulpraketten zien er beter uit, die worden dan ook nog binnen de dampkring afgeworpen en maar een paar keer herbruikt. De grote oranje brandstoftank is altijd nieuw. Hij wordt na gebruik afgeworpen en brandt grotendeels op in de atmosfeer, de rest komt in zee terecht.

Zo, ik weet niet wat jullie nu gaan doen maar ik ga mijn oude Star Wars-films eens van onder het stof halen. Eens zien of de magie er nog altijd is.

Een grotere versie van de foto kan je trouwens hier vinden.

maandag 25 oktober 2010

Waarom archeologen geen dinosaurussen opgraven

Laat ik deze blog maar meteen aanwenden om een populair misverstand uit de wereld te helpen. Een misverstand dat meestal tot uiting komt in de verschrikkelijke vraag: "zou je zo nooit eens een dinosaurus willen opgraven?" Een vraag die al menig archeoloog de gordijnen heeft ingejaagd, de mensheid vervloekend om zoveel domheid. Maar kunnen we het de mensheid wel kwalijk nemen? Wat weet de mensheid eigenlijk over dé archeologie? Veel te weinig, maar daar gaan we iets aan doen. In deze post leg ik uit wat archeologie nu juist is.

Archeologie is de studie van de menselijke geschiedenis op basis van materiële resten en sporen. De mens dus. Dieren komen aan bod voor zover ze een directe invloed gehad hebben op de mens (bijvoorbeeld op hun dieet). Dinosaurussen hebben nooit invloed gehad op de mens en hebben dan ook niets met archeologie te maken. Bovendien zijn ze enkel bewaard als fossielen en de studie daarvan is de paleontologie, die dan weer sterk aanleunt bij de geologie (de studie van gesteenten). Kan iedereen nog volgen? Goed, want het wordt nog erger.

Wat is een mens? Er zijn al bibliotheken volgeschreven over deze vraag en elke prehistoricus heeft er zo zijn eigen mening over (over alles eigenlijk, dat krijg je als je geen geschreven bronnen hebt). Even dacht men het te weten: “van zodra ze werktuigen gebruiken, zijn het mensen!” Mis. Ook nu nog gebruiken apen verschillende werktuigen, waaronder stenen en vooraf bewerkte stokken. Dat die stenen na gebruik als twee druppels water op ‘menselijke’ werktuigen lijken zal hier en daar wel een kleine zenuwcrisis veroorzaakt hebben. Maar de meeste archeologen liggen daar niet echt van wakker. De studie van de prehistorie is een vak apart en bevindt zich ergens in de grijze zone tussen archeologie, geologie en paleontologie. Bovendien heeft de gemiddelde archeoloog een lichte hekel aan geologie. Het is een noodzakelijk kwaad waar we het niet meer dan strikt noodzakelijk over hebben.

In een volgende post leg ik uit hoe een archeologisch onderzoek juist verloopt.

dinsdag 19 oktober 2010

Waarom ik deze blog begin

Al van voor ik aan de opleiding 'Master in de journalistiek' begon gaven mensen me de raad om een blog te beginnen. Het zou me aanzetten weer wat meer te gaan schrijven, wat ik wel kon gebruiken. De pen werd wat roestig en het toetsenbord, euhm, dat is eigenlijk pas nieuw. Toch was ik niet meteen enthousiast. Er zijn al zoveel mensen die met alle geweld hun schrijfsels op het net willen gooien. Veel kaf en weinig koren als je het mij vraagt. Maar ondertussen is het academiejaar begonnen en is er geen ontkomen meer aan: ik moet een blog schrijven.

Tijd dus om een onderwerp te bedenken. Iets wat me genoeg interesseert - of zelfs passioneert - om er regelmatig een post aan te wijden. Het probleem is dat ik weinig echte passies heb. Ik ben altijd jaloers geweest op mensen die op jonge leeftijd met een sport of hobby beginnen en daar zo door gepassioneerd raken dat ze er tot het einde van hun dagen mee bezig zijn. Ik heb zoiets nooit gehad, ik vind gewoon veel te veel dingen interessant.

Toch is er één ding dat me al van jongs af aan bezig houdt en wat me altijd zal blijven boeien: het waarom. Waarom is de zon rond, waarom vallen de Australiërs niet van de aardbol af, waarom, waarom zijn de bananen krom? Het soort kinderlijke nieuwsgierigheid dat je normaal tijdens de puberteit voorgoed in de kast opbergt, ergens tussen de playmobil en de legoblokken. Het soort nieuwsgierigheid dat je mensen de oren van hun kop doet vragen tot ze er helemaal gek van worden. Het soort nieuwsgierigheid dat je alles om je heen in vraag doet stellen.

Ik zal het in mijn blog hebben over het waarom in de breedst mogelijke betekenis, aangezien mijn interesses ook vrij breed zijn. Ik heb nog geen flauw idee waar deze blog juist naartoe zal gaan, je moet zo af en toe maar eens komen kijken.